04
mei
20

Jou of jouw?

๐—๐—ผ๐˜‚ ๐—ผ๐—ณ ๐—ท๐—ผ๐˜‚๐˜„?

De woorden ๐™Ÿ๐™ค๐™ช en ๐™Ÿ๐™ค๐™ช๐™ฌ worden vaak verkeerd gebruikt. Ik geef je graag een korte uitleg zodat je voortaan weet of het jou of jouw schoenen zijn.

๐—๐—ผ๐˜‚๐˜„ ๐—ผ๐—บ๐—ฎ ๐—ถ๐˜€ ๐—ฑ๐—ฒ ๐—น๐—ถ๐—ฒ๐—ณ๐˜€๐˜๐—ฒ / ๐——๐—ฎ๐˜ ๐˜€๐—ต๐—ถ๐—ฟ๐˜ ๐—ถ๐˜€ ๐˜ƒ๐—ฎ๐—ป ๐—ท๐—ผ๐˜‚ Je gebruikt jouw om bezit aan te duiden. Zo simpel is het inderdaad.

Let op! Bij โ€˜van jouโ€™ komt er geen w achter jou. Dus: Dat shirt is van jou. Jou gebruik je in alle andere gevallen, zoals: “Ik zag jou daar gisteren lopen”. Het verwijst niet naar bezit, maar naar een persoon.

๐—˜๐˜‡๐—ฒ๐—น๐˜€๐—ฏ๐—ฟ๐˜‚๐—ด๐—ด๐—ฒ๐˜๐—ท๐—ฒ! Twijfel je af en toe nog? Dit ezelsbruggetje kan je (jou) helpen: Verander het woord in โ€˜mijโ€™ of โ€˜mijnโ€™. ๐™ˆ๐™ž๐™Ÿ = ๐™Ÿ๐™ค๐™ช ๐™š๐™ฃ ๐™ข๐™ž๐™Ÿ๐™ฃ = ๐™Ÿ๐™ค๐™ช๐™ฌ.

๐—๐—ผ๐˜‚(๐˜„) ๐—ผ๐—ณ ๐—ท๐—ฒ? In veel gevallen is het trouwens niet nodig om jou of jouw te gebruiken. Je volstaat meestal ook en leest wat vlotter.

< Terug