23
feb
21

Waarom Nederlanders ‘ Dutchies’ worden genoemd

Deze week vertel ik je waarom Nederlanders ‘Dutchies’ worden genoemd en onze taal ‘Dutch’ heet in het Engels. Behoorlijk verwarrend als je in het buitenland bent, omdat Dutch al snel als ‘Deutsch’ wordt verstaan. Dutch lijkt inderdaad op Deutsch, maar dat zijn we natuurlijk niet. Toch stamt het woord Dutch uit een tijd dat wij onze taal zelf nog Duitsch of Dietsch noemden in de Middeleeuwen. Dietsch betekende ‘van het volk’, het was een taal die door veel mensen in Nederland werd gesproken. In het Engels werd het ‘Dutch’ en dat is het gebleven.

 

Uitdrukkingen en woorden met Dutch

Dutchies komen zelfs in Engelse uitdrukkingen en woorden terug. Niet altijd even positief, maar wel handig om te weten mocht je op vakantie een gesprek opvangen.

 

Double Dutch: meer dan één vorm van anticonceptie of wartaal

Going Dutch: de rekening wordt gesplit

Dutch concert: geluidsoverlast, opstootje

Dutch uncle: een persoon die je liever uit de weg gaat, iemand die je neerbuigend toespreekt

Dutch auction: een veiling waarbij geveilde spullen worden aangeboden tegen een prijs die steeds lager wordt, de eerste bieder kan het object kopen

Dutch defense: zwakke verdediging

Dutch door: een deur die je halverwege open kunt maken, zoals bij paardenstallen

Dutch feast: een feest waarbij de gastheer eerder dronken is dan de gasten

 

Er zijn nog veel meer Engelse uitdrukkingen en woorden met ‘Dutch’. Ze hebben ongetwijfeld iets te maken met onze reputatie in het buitenland. Maar, misschien wel de mooiste uitdrukking met Dutch, is heel posititief: If it ain’t Dutch, it ain’t much’. Vind je het leuk om te weten waar die uitdrukking vandaan komt? Je leest hier de uitleg!

Over welk onderwerp wil je meer lezen? Stuur een e-mail!

< Terug