Dieren worden vaak gebruikt in spreekwoorden. En niet alleen honden en katten komen regelmatig voorbij, ook wilde dieren en bijvoorbeeld vissen. Een spreekwoord moet een wijsheid of waarheid uitdrukken. Blijkbaar helpen dieren ons om het leven nog beter te begrijpen. De kans is klein dat je alle Nederlandse spreekwoorden met dieren kent, want we hebben er meer dan 6000.
Een aantal weetjes over spreekwoorden en gezegdes waarin dieren voorkomen:
- Katten komen in zo’n 60 spreekwoorden en gezegdes voor, zoals: ‘de kat op het spek binden’, ‘maak dat de kat wijs’en ‘de kat uit de boom kijken’.
- Honden komen in zo’n 70 spreekwoorden en gezegdes voor, zoals: ‘blaffende honden bijten niet’, ‘een hondenleven hebben’ en ‘je moet niet harder blaffen dan dat de hond groot is’.
- Wilde dieren gebruiken we ook graag, denk maar aan: ‘een wolf in schaapskleren’, ‘van een mug een olifant maken’, ‘zo koppig als een ezel’ en ‘zo sterk als een leeuw’.
- Dierenrechtenorganisatie PETA wilde in 2018 dat er een verbod zou komen aan het gebruik van spreekwoorden met dieren. Dit moest zorgen voor een positievere relatie tussen mens en dier. Er bleek (gelukkig) weinig animo te zijn voor dit voorstel.
In andere talen worden dieren ook regelmatig gebruikt in spreekwoorden. Soms zijn deze ongeveer hetzelfde als hoe we iets in het Nederlands zeggen. Maar er zijn genoeg spreekwoorden over dieren die alleen in een bepaalde taal voorkomen. ‘It’s raining cats and dogs’ zeggen we in het Nederlands bijvoorbeeld niet zo.
Van de aal tot de wolf, allerlei dieren komen voorbij in Nederlandse spreekwoorden en gezegdes. We gebruiken trouwens ook beesten in het algemeen om iets uit te drukken. Denk maar eens aan ‘beestachtig’ of ‘de beest uithangen’.
Wat is jouw favoriete spreekwoord of gezegde over een dier?
Wil je meer weten over spreekwoorden, heb je suggesties voor een taalweetje of zit je met een taalvraag?