Dit keer geen handige ezelsbruggetjes, wel een korte en duidelijke uitleg! Wanneer gebruik je dit of deze en die of dat? In teksten gaat dat nog regelmatig mis. Kijk naar het lidwoord om het juiste woord te kiezen. Helemaal niet zo moeilijk!
De-woord of een meervoud: deze of die
Het-woord of iets onbepaalds: dit of dat
Deze en dit worden minder vaak gebruikt dan jaren geleden. Het klinkt toch een beetje formeel. Die en dat zijn wat vlotter. In juridische teksten kom je ‘deze’ trouwens nog wel regelmatig tegen.
Dit en dat kunnen ook naar iets groters of algemeens verwijzen:
‘Dat werkstuk is een enorme klus’ of ‘Dat heb ik al eerder aan je uitgelegd’
‘Dit zorgt ervoor dat je planten langer leven’
Deze en dit verwijzen naar iets wat dicht bij degene is die het vertelt. Met die en dat verwijs je naar iets wat verder weg is.
‘We zetten de stoelen onder deze bomen’
‘Dat land heeft het goed voor elkaar’
‘Ik vind dit woord mooier dan dat woord’
De Nederlandse taal is behoorlijk ingewikkeld, daarom gaat het met dit, deze, die en dat ook vaak mis. Als je twijfelt kun je altijd het lidwoord opzoeken, daar is zelfs een handige site voor!